16 januari 05
Toen was er een korte nacht, ons dorpje in diepe rust, slaapzakken en luchtmatrassen opgerold, een snelle hap en koffie.
Een witte mercedesbus met aanhangwagen, Taxi Patrice, goed op tijd. Twee volwassenen en vijf kinderen, zestien stuks bagage en zeven rugzakken handbagage, een gitaar en een pop in draagzak.
Een laatste blik, de deur op slot, het geluid van dichtslaande portieren, niet meer omkijken, "go" richting Zaventem, het nachtelijke uitgaansleven draait nog volle toeren, de weg is rustig, we zijn vertrokken.
Het is stil in de wagen, dit was het dan, we hebben elkaar, we gaan ervoor.
De luchthaven in de vroege ochtend, mijn zus en haar dochter staan ons op te wachten, "hoeveel karren, is drie genoeg?" Paspoorten, electronische tickets, bagage tellen, wegen en labelen en op de band. "Tot zeer binnenkort, we komen snel eens af, goeie reis!"
Veiligheidscontrole en een korte vlucht tot Schiphol.
Daar is er tijd voor een deftig ontbijt, de zon schijnt, mensen komen toe, anderen vertrekken, geliefden nemen afscheid of vliegen elkaar in de armen.
Nog even tijd voor een sms-je, wachten.
Rechtstreekse vlucht tot LAX,
en dan viel alles van me af,
en dan heb ik geslapen en geslapen en geslapen.
De terminal voelt zwoel, andere nationaliteiten, de geur van fastfood,
de taal van Amerika, t-shirts en sneakers,
de zon schijnt, sjaals worden de rugzakken ingeduwd,
het voelt warm maar ook moe.
Een witte familiebus, inladen en instappen,
naar het verhuurbedrijf, de chauffeur stapt uit, wij blijven zitten,
Bert rijdt verder.
De kinderen hollen het hele huis door, op zoek naar een eigen kamer, luchtmatrassen en slaapzakken uitgerold, we zijn uitgeput, eten hoeft niet meer, onze eerste nacht.
Vierentwintig uren onderweg en een reis terug in de tijd van negen uur.