een briefje
uit een briefje, toen:
Ik word wakker, de wereld ziet er anders uit. Wat is het? Het weer,nee, te weinig geslapen, nee, de haan die verdwenen is, nee. Het is het gevoel van, er is iets weg, er is iets anders, van nu af zal het anders zijn. Eigenlijk weet ik wel wat het is, maar het dringt niet door, nee ik wil het niet weten! Ik kijk naar buiten en staar naar het lege keukenraam, donker en leeg. De schaapjes komen blatend en vragend aangelopen, 'waar is iedereen, zo'n stilte zijn we echt niet gewoon!'
uit een briefje, nu:
Ondertussen hebben we onze buren al beter leren kennen, we hebben het getroffen. We zorgen dat we veel aan jullie moeten denken, ik heb van de groene stof een groot tafelkleed gemaakt voor in de living, de draagbare telefoon is onmisbaar geworden, op zolder zie ik dozen, in de stal staan bakken, een boot en veel speelgoed, in de tuin staan potjes, in het tuinhuisje liggen matjes, in haar kamer staat het winkeltje, in zijn kamer die oude gitaar waar hij regelmatig “op speelt”, ze dragen jullie winterkledij, op school maken ze jullie puzzels, de schaapjes verzusteren met de onze ... jullie zijn gelukkig niet helemaal weg.
Ik word wakker, de wereld ziet er anders uit. Wat is het? Het weer,nee, te weinig geslapen, nee, de haan die verdwenen is, nee. Het is het gevoel van, er is iets weg, er is iets anders, van nu af zal het anders zijn. Eigenlijk weet ik wel wat het is, maar het dringt niet door, nee ik wil het niet weten! Ik kijk naar buiten en staar naar het lege keukenraam, donker en leeg. De schaapjes komen blatend en vragend aangelopen, 'waar is iedereen, zo'n stilte zijn we echt niet gewoon!'
uit een briefje, nu:
Ondertussen hebben we onze buren al beter leren kennen, we hebben het getroffen. We zorgen dat we veel aan jullie moeten denken, ik heb van de groene stof een groot tafelkleed gemaakt voor in de living, de draagbare telefoon is onmisbaar geworden, op zolder zie ik dozen, in de stal staan bakken, een boot en veel speelgoed, in de tuin staan potjes, in het tuinhuisje liggen matjes, in haar kamer staat het winkeltje, in zijn kamer die oude gitaar waar hij regelmatig “op speelt”, ze dragen jullie winterkledij, op school maken ze jullie puzzels, de schaapjes verzusteren met de onze ... jullie zijn gelukkig niet helemaal weg.
Ik zie dat het goed is want het leven gaat verder, kijk niet om maar ga ervoor, de toekomst heeft voor elk van ons iets onvoorspelbaars en geweldigs in petto.