Sunday, April 06, 2008

De Race

(Met het witte petje en shirtje ben ik)

De Finish, ik heb het gehaald, maar hoe? Met tranen. Ook al had ik de laatste kilometers hallucinaties van reddende rode kruis draagbedden, ik had geen andere keuze gewoon te blijven voortgaan als ik wou finishen, ook al was dat mezelf voortslepend desondanks de scherpe pijn, ik wou het halen, morgen zien we verder. Teammaten stonden me aan het begin van de eindsprint op te wachten, ze waren me onderweg allemaal gepasseerd en stonden nu te roepen "nog even Ann!", "je mag de finisch ook stappen Ann", "kom nog heel even, dan ijs erop en rusten, je bent er!" Nog even ja dat kon ik nog net, mijn eindtijd interesseerde me niet meer want dat zou al helemaal een flop zijn.
Het begon nochtans allemaal veelbelovend. Op tijd uit bed, een verkwikkende korte douche, boterhammetjes met koffie, de tapes over mijn knie, een verrassend Good Luck telefoontje van mijn zusje en de baan op, maar vooral, helemaal geen zenuwen en er helemaal zin in hebbend.
Verkeersleiders wijzen de arriverende wagens hun parkeerplaats en de lange wandeling tot aan het vertrek diende gelijk als opwarming, al een geluk want zelfs voor een porta potty stop was er toen geen tijd meer, zo recht de startlijn over dus.
Pijnloos, in vorm en goed uitgerust had ik er goeie moed in, aan mijn knie dacht ik nauwelijks, ik genoot van de gemoedelijke massa bestaande uit 1200 halve marathoners. Het startsein en dan drie mijl de baan op naar de ingang van het park en eens daar op de zanderige paden voelde ik me helemaal in mijn nopjes, een dik uur zou ik mogen genieten van een voor mij nog onbekend maar prachtig terrein, de wandelpaden, de vlaktes en hellingen, onder de bomen, tussen bloemenweiden, soms erg stoffig en zandering, soms bedekt met rotsen en boomwortels, beekjes overstekend, concentratie waar je je voeten zet en met lopers vlak voor je is dat soms lastig. Net zoals zovelen ben ik dus ook een keertje plat gegaan, op mijn buik en als een zwart varken liep ik lustig verder, nog steeds in opperbeste conditie. Alhoewel, voelde ik daar niet iets lichtjes ambetant daar? Ik wou het niet geweten hebben, concentratie alom om zo schokvrij mogelijk te lopen, maar dat zeuren ging langzaam over naar erger, tijdens de klims ging het weer goed, maar de afdalingen werden langzaam maar zeker martelgangen, tot we bijna het park uitliepen, een prachtige lange bergaf waar iedereen weer eens goed kon doorlopen, toen ging het niet meer, het gevoel van scherpe messteken onder en naast mijn knie maakten zelfs gewoon wandelen een hel. Vier mijlen nog, emotioneel deed het besef evenveel pijn dan de knie en omstreken, maar ik zou het halen, al was het als laatste, al was het de eindmeet overstrompelend, al duurde dat een eeuwigheid, al moest ik allerlei oppeppende truckjes bedenken, ik ben er uiteindelijk geraakt.
Na nog een hectische dag van vergeten waar je geparkeerd staat, van zwemwedstrijden en collegebezoeken was ik blij om 's avonds in bed te kruipen met een ibuproven.
Maar gelukkig bestaat er zoiets als zondag rustdag, de blessure zal nu eerst zijn tijd moeten krijgen om te herstellen, ook al staat er voor volgende zaterdag een 16-miler op het programma, ik zal toch forfait moeten geven en de hele training aanpassen.
Maar wat geeft het, Mommy heeft haar eerste halve marathon finishers medaille om de hals.