toch
Ook al ken ik ondertussen een heel aantal lieve mensen waarop ik kan terugvallen in nood, waarmee we vaak gezellige dingen doen en die gek zijn van mijn kinderen, dat vult nog steeds niet in waar ik soms zo naar verlang. Ik mis mijn ouders, mijn zussen en mijn broers. Ik mis de zus die me af en toe eens meetrok en verplichte waarvoor ik zelf de durf of goesting niet voor had, de andere zus die me af en toe eens goed op mijn plaats zette en me weer eens wakker schudde, de derde zus die wat ouderlijke rust, raad en troost kon brengen en de broer die in alle eerlijkheid goed kan meeleven. Ik mis een vriendin voor een losse babbel waar ik niet telkens naar woorden en begrippen moet zoeken, ik mis het om gevoelens uit te drukken zonder hard na te moeten denken en steeds over mijn woorden te vallen en niet te kunnen zeggen wat ik eigenlijk bedoelde, ik mis een lotgenoot een andere mama met tieners als ik, met tieners die dezelfde evolutie hebben doorgemaakt, met dezelfde voorgeschiedenis, om te vergelijken, om tips te geven, om te voelen of ik nu wel goed bezig ben, laat ik niet te veel los, is dit wel normaal.
Loslaten, moet je, en dat begint al bij de geboorte. Ik herinner me als gisteren hoe leeg ik me voelde na de geboorte van mijn eerste kind, die intense gewaarwording van de eerste nacht 'alleen' zal ik nooit vergeten. Het liefste had ik het er zo weer ingestopt. Maar alles went, ook dit. Nu is hij bijna zeventien, te jong nog om op eigen benen te staan, dacht ik toen, maar dan had ik niet op deze zelfstandige zelfzekere jongen gerekend. Hoe hulpeloos hij was na zijn zware geboorte, toch keek hij vanuit zijn couveuse de wereld in met wijdopengesperde ogen (we gaan hem een boekske moeten geven, werd er toen al lachende gezegd), toen al was hij vastberaden ervoor te gaan. Dat deed en doet hij, het geluk stond hem altijd bij, nu ook en hij heeft er ons niet voor nodig, dat gevoel heb ik toch. We zien hem amper, hij trekt zijn plan, werkt en geniet van het leven met zijn vriendinnetje en vrienden. Ik geef hem geen ongelijk, hij is er rijp voor en het is wel fijn zo'n volwassen zoon te hebben, maar ik had het nog niet verwacht, nu nog niet.
Ik voel dat ik er niet alleen mee mee zit, ook de papa kan niet mee, en dan de oudste dochter, ook zij wil uitbreken. Op haar manier dan wel weer, nog geen vriendjes (denk ik toch) maar een heleboel vrienden en vriendinnen en haar passie voor het surfen. Ze is er nog erg goed in ook, "perfect balance" hoor ik iedereen steeds zeggen, "whaaw that girl is really good, who is she?", mensen spreken ons spontaan aan op het strand want ze willen het even over dat meisje hebben. Menig goed surfer is ervan overtuigd dat ze in de competitie moet gaan, wat ze zelf ook graag wil. Maar de (te) zorgzame buren (en kenners) en de (bezorgde) papa vinden haar nog te jong en nog niet klaar, naar een coach zal ze anders niet lang moeten zoeken want daarvoor kreeg ze al kandidaturen, competitiesurfers die er volledig voor gaan. Zelf herinner ik mezelf als vijftienjarige, ik wou ook zo graag uitblinken in de sport, het enige waarvoor ik toen wilde leven.