ducks in a row
Vaak betrap ik me erop dat ik het leven hier ondertussen zodanig gewoon begin te worden dat ik soms eens hard moet nadenken hoe ik dat nu weer vroeger -in Belgie- deed. Wat ik in het begin als choquerend ervaarde, zou ik nu niet meer kunnen missen, zoals de altijd opgewekte en overvriendelijke winkelbediendes, 'even' de auto nemen om mijlenverder 'wat' te halen en de openheid waarmee jan en alleman je aanspreekt.
Toch blijf ik natuurlijk nog die Belgische madam met haar kinderen en vinden de buren het best grappig als het gebruik van de papieren bordjes nog geen tweede natuur voor me geworden is.
Terwijl ik daar in het begin erg onwennig over was, durf ik nu gewoon tussendoor wat in het nederlands te brabbelen tegen de kinderen, ook als anderen erbij staan en ze er niets van kunnen verstaan, ze zijn ons ondertussen zo gewoon dat het helemaal niet onbeleefd is en ze het best grappig vinden,hun best doende om toch een woord te kunnen verstaan.
Ik sta er niet meer bij stil en heb soms het gevoel dat ik hier al mijn hele leven ben. Maar soms ook niet, zoals wanneer je een stel oude Belgische vrienden verwacht als nu. Het is geleden van de dag voor ons vertrek, met tranen en lachen hebben we afscheid genomen, "tot in Amerika" hebben we elkaar beloofd en eindelijk is het zover. Helena en Lore hebben ontelbaar keer naar elkaar geschreven "I miss you" of "ik mis je heel erg" of "ik wou dat je hier was" en eindelijk zullen ze elkaar weerzien. We zijn er zelfs een beetje zenuwachtig van. De kinderen lopen me al dagen als kuikens achterna, ze zijn niet lastig en niet stout, maar laten me geen moment met rust, de onrust broeit.