Labor Day
Een vrije maandag, namiddagwandeling op de 3th Street Promenade te Santa Monica, oefenen met mijn nieuwe mini-camera.
Ook op "Labor Day" of de dag van de arbeid wordt er nog hard gewerkt.
De school is nog maar pas van start en we hebben al een verlengd weekend, "Labor Day", wat we als belgen als de 1ste Mei kennen, of de dag van de arbeid.
In de VS telkens op de eerste maandag van september, de dag waarop in 1884 voor het eerst de "Knights of Labor" die streden voor een beter arbeidersbestaan van de Amerikaanse werkende mens, een grote parade hielden. Sindsdien vastgelegd als officiele feestdag alsook verlofdag. Deze datum is onveranderd gebleven, alhoewel de regering meermaals is aangemoedigd geweest om het zoals het overgrote deel van de wereld op 1 mei te vieren.
In Amerika werken de mensen erg veel, de meesten houden het bij een 40 uren week, vaak worden er (onbetaalde) overuren geleverd, onregelmatige werktijden, nacht- en weekendwerk. Verlof wordt vaak in kleine stukjes genomen, enkele lange weekends per jaar, een volledige week, maar vraag je 3 weken aan 1 stuk zal je werkgever al eens raar opkijken.
Wie werkt als ongeschoolde arbeider moet het nog vaak stellen met een hongerloon zonder ziektekostenverzekering. En 1 baan is niet genoeg, wie in Amerika graag een dak boven zijn hoofd heeft, zal er ten minste twee laagbetaalde banen op na moeten houden. Sommigen halen de $10/per uur niet, maar over je loon praten doe je niet, het is nog meer taboe dan het over sex hebben.
Daarom is "Barbara Ehrenreich", welstellende journaliste, in het jaar 2000 ondergedoken in het leven van de slecht verdienende, maar hard werkende Amerikaan. Ze huurde de goedkoopst mogelijke kamer, werkte als serveerster, kamermeisje, schoonmaakster, bejaardenhulp en verkoopster. Al gauw moest ze vaststellen dat de minste baantjes een grote mentale en lichamelijke kracht vereisen. Toch werd ze getroffen door het optimisme en de solidariteit onder de laagstbetaalden. Een aanrader om te lezen: "De achterkant van de Amerikaanse droom", een indrukwekkend portret van de slecht verdienende Amerikanen in al hun vasthoudenheid, angst en verrassende vrijgevigheid.
Ook op "Labor Day" of de dag van de arbeid wordt er nog hard gewerkt.
De school is nog maar pas van start en we hebben al een verlengd weekend, "Labor Day", wat we als belgen als de 1ste Mei kennen, of de dag van de arbeid.
In de VS telkens op de eerste maandag van september, de dag waarop in 1884 voor het eerst de "Knights of Labor" die streden voor een beter arbeidersbestaan van de Amerikaanse werkende mens, een grote parade hielden. Sindsdien vastgelegd als officiele feestdag alsook verlofdag. Deze datum is onveranderd gebleven, alhoewel de regering meermaals is aangemoedigd geweest om het zoals het overgrote deel van de wereld op 1 mei te vieren.
In Amerika werken de mensen erg veel, de meesten houden het bij een 40 uren week, vaak worden er (onbetaalde) overuren geleverd, onregelmatige werktijden, nacht- en weekendwerk. Verlof wordt vaak in kleine stukjes genomen, enkele lange weekends per jaar, een volledige week, maar vraag je 3 weken aan 1 stuk zal je werkgever al eens raar opkijken.
Wie werkt als ongeschoolde arbeider moet het nog vaak stellen met een hongerloon zonder ziektekostenverzekering. En 1 baan is niet genoeg, wie in Amerika graag een dak boven zijn hoofd heeft, zal er ten minste twee laagbetaalde banen op na moeten houden. Sommigen halen de $10/per uur niet, maar over je loon praten doe je niet, het is nog meer taboe dan het over sex hebben.
Daarom is "Barbara Ehrenreich", welstellende journaliste, in het jaar 2000 ondergedoken in het leven van de slecht verdienende, maar hard werkende Amerikaan. Ze huurde de goedkoopst mogelijke kamer, werkte als serveerster, kamermeisje, schoonmaakster, bejaardenhulp en verkoopster. Al gauw moest ze vaststellen dat de minste baantjes een grote mentale en lichamelijke kracht vereisen. Toch werd ze getroffen door het optimisme en de solidariteit onder de laagstbetaalden. Een aanrader om te lezen: "De achterkant van de Amerikaanse droom", een indrukwekkend portret van de slecht verdienende Amerikanen in al hun vasthoudenheid, angst en verrassende vrijgevigheid.