een appel
Het is raar, wij hier en hij ginder, omgekeerd waren we het gewoon maar dit niet. Zo ver weg zonder er te kunnen zijn, te kunnen helpen, te kunnen delen.
Mijn hoofd weegt zwaar en mijn ogen doen pijn, ik durf er met niemand over beginnen want dan krijg ik de moed vol. Het is bijna middernacht en had al lang moeten slapen maar alleen het ronken van de computer vult de slaapkamer.
Eigenlijk is het best goed dat we nu wat om handen hebben met het inpakken, het vooruitzicht naar een eigen nest na al die maanden van huizenjagers in ons kamers zal ons goed doen. Alleen nog even goed doorbijten.